doordenkertje

 Doordenkertje: Het begint te ‘pitsen’1 

 

Als ik op een doordeweekse dag rond 17u00 vanuit de Kerkenblook te voet de Koerselsebaan wil oversteken, moet ik soms minutenlang wachten.  Als ik dan even verder loop tot aan het zebrapad - dat er nog ligt van in de tijd dat de lagere school in de Kapelstraat was - dan maak ik een goeie kans dat er enkele auto’s stoppen om mij door te laten.  Zowat gans Koersel maakt van deze baan gebruik om na de dagtaak huiswaarts te keren.  Ik bedenk dan dat onze wegen erg druk geworden zijn: de autogebruikers, de fietsers, de voetgangers.  Elk met zijn plaatsje?  Of toch niet?  Het begint ferm te pitsen.  Enkel respect voor elkaar helpt.

                                                            Hoeveel boeren zijn er nog in Heusden-Zolder?  Hoeveel mensen die de natuur voorop stellen?  Dan zijn er ook nog de paarden-boeren en de mensen die, soms op wonderbaarlijke wijze, een huis hebben in of nabij een natuurgebied… En heeft het gemeentebestuur niet graag veel inwoners en wil het daarom graag nieuwe woongebieden (laten) ontsluiten?  Daarnaast zijn er in onze gemeente ook nog grote en kleine industriëlen op zoek naar grond…. Allen hebben moeite om hun plekje in het dichtbevolkte Heusden-Zolder te vinden.  Het begint danig te pitsen.  Meer grond zal er echter niet bijkomen, tenzij via fusies met andere gemeentes.  Heusden en Zolder hebben daar al

ervaring mee. 

Doordenkertje: Het begint te ‘pitsen’ (2)

We leven in onze gemeente met velen samen.  De mijnbouw heeft mensen van verschillende afkomst en verschillende religies samen gebracht.  Vandaag leven we in onze gemeente met 34.600 mensen van zowat 75 nationaliteiten.  Misschien moeten wij, ook onze bestuurders, een veel grotere inspanning doen om goed samen te leven.  Want, rijk of arm, Vlaming of Nederlander - de grootste groep buitenlanders in Heusden-Zolder - zijn we niet allen op zoek naar geluk?  Gunnen wij elkaar dit?  Of pitst het?

Als wandelaar ontwaar ik langs de wegen papier, plastiek en ander wegwerpvuil.  Vandaag opgeruimd, morgen weer vuil, alsof het niet anders kan.  Maar er is nog meer: op alle mogelijke plaatsen in bosjes of wegkanten liggen kleine en grote hopen van bouw- of ander afval, soms al jaren, met gras overgroeid.  Moeten wij, moet de gemeente, niet eens een grote opruim organiseren van dat soort afval?  Gegarandeerd containers vol!  Ook rond enkele – niet alle – grotere winkels ligt er veel afval.  Kunnen zij ook niet meewerken aan het actief proper houden van hun omgeving?

Onze gemeente moet leefbaar blijven, leefbaar op verschillende domeinen van het samenleven.  Het zal niet enkel lukken met een overaanbod aan spel- en leefregels (zie maar naar het voetbal, waar de VAR nog meer onenigheid schept).  Bovenal: als deelnemers aan deze samenleving zullen we moeten leren leven in grotere zelfdiscipline én in respect voor onze medeburgers.  Anders ergeren wij ons blauw en kan ons samenleven fameus beginnen te pitsen en dat is niet gezond.